VZR Garant Visie:<br>mr. Paul Otto over de aanstaande herziening van de Richtlijn pakketreizen (3/3)

VZR Garant Visie:
mr. Paul Otto over de aanstaande herziening van de Richtlijn pakketreizen (3/3)

In verband met de voorgenomen wijziging van de Richtlijn pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen zijn in deze driedelige blogserie de plannen van de Europese Commissie (COM 2023/905 – Voorstel tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/2302 om reizigers doeltreffender te beschermen) beschouwd en onder de loep genomen.

In de eerste blog zijn de grenzen aan de aanbetaling en restantbetaling besproken. In de tweede blog is de voorgenomen regelgeving rondom overmacht (onvermijdbare en buitengewone omstandigheden), terugbetaling aan de reiziger en verhaal van de organisator op reisdienstverleners aan bod gekomen. In deze derde blog gaan we dieper in op de voorgestelde regeling voor vouchers en op de uitgebreide plichten ten aanzien van de insolventiegarantie.

Herziening van de wetgeving voor pakketreizen (deel 3 van 3)

Auteur: mr. Paul Otto – Kompas Juristen

Onderwerpen die in dit artikel aan bod komen

Snel naar..


De coronacrisis

Tijdens de coronacrisis moesten reisorganisatoren massaal reisgelden terugbetalen aan de reizigers, omdat de reizen niet konden worden uitgevoerd. Volgens de pakketreiswetgeving zou die terugbetaling binnen 14 dagen moeten plaatsvinden. De reisgelden waren grotendeels al gebruikt voor betaling aan de reisdienstverleners en deze reisdienstverleners meenden veelal geen gelden te hoeven terugbetalen aan de organisatoren.

Faillissementsgolf voorkomen

Reisorganisatoren zagen zich voor een groot probleem gesteld en een faillissementsgolf door liquiditeitsproblemen leek eraan te komen. Mijns inziens is deze faillissementsgolf in Nederland door twee keuzes voorkomen.

Enkel reissom actieve boeking is gedekt

Ten eerste hebben garantieregelingen, waaronder VZR Garant, het standpunt ingenomen dat de vordering die ziet op terugbetaling van de reissom na annulering van de reis, niet onder de dekking valt. Met andere woorden: enkel de betaalde reissom van een actieve boeking is gedekt. Dat volgde uit de garantievoorwaarden van de garantieregelingen. De reiziger liep daardoor alsnog een risico bij faillissement van de reisorganisator voor zover de reis geannuleerd was. Het assertief en met juridische middelen afdwingen van terugbetaling bij de reisorganisator ging daardoor gepaard met het risico van faillissement zonder dekking van een garantiefonds.

Reisvouchers in plaats van terugbetaling

De reisorganisator zag zich genoodzaakt om in plaats van terugbetaling van reisgelden, reisvouchers aan te bieden. Deze voucher was in feite een schriftelijke erkenning van de vordering die de reiziger al op de reisorganisator had. Omdat deze vordering in het licht van de financiële omstandigheden zeer risicovol voor de reiziger was, hebben de garantiefondsen ad hoc besloten de vouchers wel onder de dekking te laten vallen. Daarmee waren zowel de reizigers, de reisorganisatoren en de garantiefondsen geholpen. Ook deze keuze heeft mijns inziens bijgedragen aan het voorkomen van een faillissementsgolf.

Om de vouchers aantrekkelijk te maken, kon de voucher natuurlijk ook een extra bedrag omvatten. Het bedrag dat de oorspronkelijke vordering oversteeg en dus nooit betaald was door de reiziger, was logischerwijs niet gedekt door de garantiefondsen.

Voucheroplossing gedoogd

Over de voucheroplossing was veel te doen. Deze voldeed niet aan de pakketreiswetgeving, maar het wettelijk systeem van terugbetaling binnen 14 dagen zou leiden tot ongedekte faillissementen op grote schaal waar zowel de reizigers en de gehele economie niet bij gebaat waren. De Autoriteit Consument & Markt zag deze problematiek ook en heeft de voucheroplossing met enkele kanttekeningen gedoogd. Zo moest terugbetaling alsnog aan de reiziger worden aangeboden na 12 maanden als de voucher niet was gebruikt. Veel andere EU-landen hadden een vergelijkbare koers uitgezet.

“Reizigers hebben recht op terugbetaling binnen 14 dagen. Vouchers mogen enkel optioneel zijn.”

aldus de Europese Commissie

Europese Commissie geheel niet te spreken over deze oplossing

De oplossing met de vouchers heeft ertoe geleid dat nagenoeg alle reizigers die gelden hadden betaald voor hun reis ofwel een reis hebben ontvangen ofwel uiteindelijk – met vertraging – hun geld hebben teruggekregen. Toch was de Europese Commissie geheel niet te spreken over deze oplossing. Zij hield krampachtig vast aan de Richtlijn pakketreizen en opende inbreukprocedures tegen 11 EU-landen, om hen te dwingen zorg te dragen voor effectieve handhaving van de Richtlijn pakketreizen. “Reizigers hebben recht op terugbetaling binnen 14 dagen. Vouchers mogen enkel optioneel zijn.“ – aldus de Europese Commissie.

Deze situatie in de toekomst voorkomen

Met de huidige herziening van de Richtlijn pakketreizen probeert de Europese Commissie de situatie die zich voordeed, in de toekomst te voorkomen. Ze wil dat de reisbranche zo is ingericht dat bij een volgende grote crisis, de reiziger zijn reissom binnen 14 dagen terugontvangt. Enkel als de reiziger zelf vrijwillig een voucher accepteert, behoeft terugbetaling niet plaats te vinden. De reisorganisator dient daarbij te beschikken over een garantieregeling die het geheel, dus ook in geval van annulering en bij uitgifte van vouchers, dekking biedt.

Tijd om het voorstel van de Europese Commissie op dit vlak te verkennen.

“…maar dit betreft mijns inziens slechts een vertaalfout.”

mr. Paul Otto | Kompas Juristen

Nieuw artikel over vouchers

Keuze voor een voucher of terugbetaling

De Europese Commissie wil een nieuw artikel over vouchers invoegen. Het artikel bepaalt:

Wanneer een pakketreisovereenkomst wordt beëindigd, ‘biedt de organisator de reiziger de keuze om in plaats van terugbetaling een voucher te aanvaarden die kan worden gebruikt voor een toekomstige pakketreis’.

Uit deze formulering lijkt te moeten worden afgeleid dat de reisorganisator altijd een voucher aanbiedt, maar dit betreft mijns inziens slechts een vertaalfout. In de Engels versie staat: ‘organisers may issue’. Uit de overwegingen van de Richtlijn (overweging nr. 16) is evenmin af te leiden dat vouchers verplicht moeten worden aangeboden.

De reiziger moet vooraf in het oog springend worden geïnformeerd dat aanvaarding van de voucher vrijwillig is en de reiziger het recht heeft op terugbetaling van de reissom binnen 14 dagen. De waarde van de voucher moet ten minste gelijk zijn aan het bedrag van de verschuldigde terugbetaling. De Europese Commissie maakt duidelijk dat het bedrag ook hoger mag zijn om de reiziger te stimuleren de voucher te accepteren.

Geldigheidsduur

De vouchers mogen een geldigheidsduur van maximaal 12 maanden hebben. Deze termijn kan met goedkeuring van beide partijen eenmaal met maximaal 12 maanden worden verlengd. Reizigers verliezen hun recht op terugbetaling gedurende de geldigheidsduur van de voucher alleen als ze de voucher uitdrukkelijk en schriftelijk aanvaarden in plaats van een terugbetaling.

Terugbetaling bij een niet gebruikte voucher

Als de voucher niet binnen de geldigheidsduur wordt ingewisseld, dient de organisator het in de voucher vermelde bedrag zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen 14 dagen na afloop van de geldigheidsduur terug te betalen zonder dat hiervoor een voorafgaand verzoek van de reiziger nodig is.’ Er staat in deze wetstekst geen nuancering voor de situatie dat de voucherwaarde hoger is dan de oorspronkelijke terugbetaling.

Onjuiste keuze en contraproductief

Dat is mijns inziens een onjuiste keuze en contraproductief. Dit zal de reisorganisator ervan weerhouden om een hoger voucherbedrag aan te bieden. Als de voucher 20% meer waard is dan de oorspronkelijke vordering tot terugbetaling, zou de reiziger in wezen 20% rente ontvangen over de uitstaande vordering. Mijns inziens zou de terugbetaling in het geval dat de voucher niet is gebruikt, enkel het bedrag van de oorspronkelijke vordering tot terugbetaling moeten zijn. Dat stimuleert de reisorganisator om de vouchers met een mooi bedrag op te hogen en het stimuleert de reiziger om de voucher te gebruiken binnen de afgesproken termijn.

Overdraagbaarheid

In het voorstel tot herziening van de Richtlijn is ook bepaald dat de vouchers zonder extra kosten overdraagbaar moeten zijn aan andere reizigers. Overdraagbaarheid kan wel worden beperkt voor zover dit ziet op overdracht aan professionele partijen. Dat lijkt mij een verstandige keuze voor de reisorganisator.

Verdere nuancering van de wettelijke bepaling is ook gewenst. Ik zie een geschil ontstaan als de reisorganisator de ‘nieuwe’ reiziger na overdracht geen reis wil aanbieden, bijvoorbeeld omdat de ‘nieuwe’ reiziger niet voldoet aan de deelnamecriteria van een (groeps)reis. Op grond van artikel 9 van de huidige Richtlijn pakketreizen kan de pakketreisovereenkomst (enkel) worden overgedragen aan een persoon die voldoet aan alle voorwaarden die voor die overeenkomst gelden. Een dergelijke nuancering zou ook gewenst zijn, als beperking op de overdracht van de voucher.

Insolventiebescherming

De vouchers dienen gedekt te zijn door bescherming bij insolventie die de reisorganisator moet regelen voor het bedrag van de betalingen die van de reiziger zijn ontvangen. Bij een hogere voucherwaarde behoeft het meerdere niet gedekt te zijn.

Uitgebreide reikwijdte van de bescherming bij insolventie

In het voorstel voor de herziening van de Richtlijn pakketreizen, wordt door de Europese Commissie voorgesteld dat de reikwijdte van de bescherming bij insolventie wordt uitgebreid.

Zekerheid voor terugbetaling

De organisator dient ‘zekerheid te stellen voor de terugbetaling van alle door of namens reizigers betaalde bedragen in het geval van insolventie van de organisator’. Dit omvat bescherming van gedane betalingen wanneer een pakketreis geheel of gedeeltelijk niet wordt uitgevoerd als gevolg van de insolventie van de organisator of wanneer een reiziger recht had op terugbetaling of een voucher. Met betrekking tot vouchers blijft de bescherming bij insolventie beperkt tot het bedrag van de betalingen die van de reiziger zijn ontvangen.

Naast vouchers dient ook de terugbetalingsvordering uitdrukkelijk onder de bescherming bij insolventie te vallen, zo blijkt uit de artikelsgewijze toelichting op het voorstel. Deze norm is overigens niet geadresseerd aan aanbieders van een insolventiebescherming, maar aan de reisorganisator zelf. De reisorganisator doet er dus goed aan om te zijner tijd de voorwaarden van de insolventiebescherming goed te bestuderen. Door een door de ACM ‘geaccepteerde’ aanbieder te kiezen, zal de reisorganisator er in de regel van kunnen uitgaan dat dit in orde is.

Groter risico voor de aanbieders van insolventiebescherming

De zekerheid moet te allen tijde toereikend zijn om de kosten van terugbetalingen en, indien van toepassing, repatriëringen en vouchers te dekken. Bij de dekking wordt rekening gehouden met perioden waarin organisatoren de hoogste bedragen aan betalingen in bezit hebben en met eventuele veranderingen in het volume van de verkoop van pakketreizen.

Het risico voor de aanbieders van insolventiebescherming zal aanzienlijk toenemen. Ten eerste vallen er meer vorderingen onder de dekking dan voorheen waardoor de kosten per faillissement kunnen toenemen. Ten tweede is de blootstellingstijd aan de risico’s, zeker bij de uitgifte van vouchers, veel langer. Ten derde zal het totale risico van een reisorganisator groeien en zelfs de jaaromzet kunnen overstijgen als er veel vouchers zijn uitgegeven die niet meteen worden gebruikt. Er vindt dan accumulatie plaats van dekking van reisgelden van meerdere jaren. Ik ben benieuwd hoe aanbieders van insolventiebescherming hiermee om zullen gaan.

Blijf op de hoogte

We hebben in deze driedelige blogserie stilgestaan bij het door de Europese Commissie gepubliceerde voorstel tot herziening van de Richtlijn pakketreizen.

  • In deel één zijn de wetgeving en de grenzen aan de aanbetaling en restantbetaling besproken.
  • In deel twee stonden we stil bij de voorgenomen regelgeving rondom overmacht, terugbetaling aan de reiziger en verhaal op leveranciers.
  • In deze derde blog gingen we dieper in op de voorgestelde regeling voor vouchers en op de uitgebreide plichten ten aanzien van de insolventiegarantie.

Volg VZR Garant op LinkedIn en blijf op de hoogte.

Over de auteur

mr. Paul Otto

Legal counsel & Owner | Kompas Juristen

Sinds 2016 staat Paul ondernemers en andere partijen in de reisbranche en recreatiebranche bij met juridisch advies. In de vijf jaar ervoor bekleedde hij een managementfunctie bij een MKB reis- en recreatieonderneming. Door deze combinatie weet hij de kern van juridische kwesties en het effect op de onderneming snel te benoemen.